Paaslach uit Middeleeuwen
Op 29 maart vertelde ik in de preek over de Paaslach, een kerkelijk gebruik dat ontstond in de Middeleeuwen. Hierbij nog een keer de slotwoorden van de preek:
In het scheppingsverhaal van Genesis 1 wordt de aarde beschreven als een duistere chaos, waar geen leven mogelijk is. De stem van God roept dan het licht te voorschijn, en daarna alle levende wezens. Hij roept ze allemaal bij name (“licht, bomen, vissen, mensen,” enzovoort) en bevrijdt hen daarmee uit de macht van de duisternis. Precies zo roept Jezus zijn vriend Lazarus bij zijn naam, en bevrijdt hem daarmee uit de macht van het donkere graf. “Maak de doeken los, en laat hem gaan,” zegt Hij daarna. Daarin kun je beluisteren: “Maak los die boeien, en laat hem vrij.” Als God ons roept bij onze naam, dan kunnen we niet anders dan opstaan en leven; zo krachtig, zo liefdevol is zijn stem. Het is een teken, een voorteken van het komende Koninkrijk: zo ziet de toekomst eruit. De liefde van God is sterker dan de dood. Dat is méér dan symboliek!
Je zou verwachten dat alle mensen blij reageren op het wonder dat Lazarus overkomt, en dat ze tot geloof in Jezus komen. Het verhaal vertelt dat het bij velen inderdaad zo ging, maar dat anderen tot het besluit kwamen Jezus te doden. Met dit allergrootste teken, dit teken van leven, tekent Jezus zijn eigen doodvonnis. Dit verhaal vol emotie en vreugde is een deel van het lijdensverhaal.
Maar dat heeft het laatste woord niet. Het laatste woord is aan de opstanding en het leven. We lachen de dood in zijn gezicht uit!
Wilt u de hele overweging teruglezen? Klik dan HIER.
Met hartelijke groet, Wim Verschoor