digitale fontein

Digitale media: blogs

Voorafgaande aan het symposium verschenen diverse blogs. Geschreven voor organisatoren en sprekers. Op deze pagina vindt u de blogs verzameld. Klik op een van de tabs hieronder, veel leesplezier!

Ron Adelaar: één kerkmuzikant, 150.000 keer beluisterd

Eén kerkmuzikant; 150.000 keer beluisterd

Ron Adelaar (61) begeleidt sinds 1983 het Koor 4U van de Sint Ansfriduskerk in het Amersfoortse Bergkwartier. Eerst alleen als pianist, tegenwoordig tevens als dirigent. Hij kreeg lokale bekendheid door de jaarlijkse uitvoeringen van The Passion. Maar het bleef een hobby, die eerder geld kostte dan geld opleverde. Maar daar kwam verandering in. Zijn zoon ging zich ermee bemoeien. En door de digitale media kan Ron nu van zijn muziek leven. Digitale Fontein interviewt Ron Adelaar over een persoonlijke en financiële doorbraak.

Ron Adelaar: “Digitale streaming platforms zijn nu voor mij de ‘podia’ om wereldwijd mijn muziek te laten klinken. Al 50 jaar speel ik in de kerk als pianist/organist en heb op mijn muziek altijd veel mooie en fijne reacties gehad. Maar met het uitbrengen van mijn pianomuziek op Spotify, Apple Music en andere kanalen is mijn bereik gigantisch toegenomen. Van de kerk naar de hele wereld. Ik blijf dat nog steeds heel bijzonder vinden.

Wat is de rol geweest van je zoon?
Ivo (27), zelf ook muziekproducer en inmiddels eigenaar van een platenlabel, had een tijd terug het idee om mijn muziek op Spotify te gaan zetten. Aanvankelijk zei ik toen; “ik ben een redelijk goede pianist en dirigent van een koor in de kerk maar toch geen artiest? Nee, zei hij “maar dan maak ik je artiest…” En zo geschiede, internationaal is mijn muziek na 2 1/2 jaar en 96 pianostukken te hebben uitgebracht bij veel muziekliefhebbers in de wereld bekend. Dagelijks wordt meer dan 150.000 keer een pianostuk van mij beluisterd. Mijn zoon Ivo heeft met zijn kennis en kunde van de digitale wereld in de verspreiding van mijn muziek een cruciale rol gespeeld. Ik maak de muziek, hij geeft feedback, coacht mij op social mediagebied en zorgt voor de verdere vormgeving, het plaatsen van de muziek op alle streamingplatforms.

Je bent succesvol. Wat heeft jouw ervaring als ‘kerkmuzikant’ daaraan bijgedragen?
Daar is de basis gelegd voor het soort pianomuziek wat ik maak. Na een overweging, preek, speel ik altijd een korte improvisatie, daar is de basis gelegd voor mijn muziekstukken die ik nu uitbreng op de digitale muziekplatforms.
Neoklassiek, meditatief, spiritueel. De kerk is voor mij een fijne plek om me te verbinden via mijn muziek met de mystiek van het geloof.

Wat zouden de nieuwe media voor de kerk kunnen betekenen?
Een podium om in contact te komen met mensen, ervaringen te delen, promotie. In de Katholieke kerk hebben wij priester Roderick Vonhögen die daar een goed voorbeeld van is. Hij heeft een flinke schare aan ‘fans’ en weet het geloof, de kerk op een moderne manier in het daglicht te zetten.

Wat zou de rol van de nieuwe media kunnen zijn voor ‘kerkmuziek’?
Er is veel kerkmuziek die al op Spotify is te beluisteren. De kerk zou zelf meer initiatief kunnen nemen door zelf religieuze afspeellijsten te gaan maken en die te delen op social media.
En ja, ik weet dat er best veel discussie binnen de kerken is over wat de rol van muziek is in de kerk. Voor mij is dat glashelder; het ondersteunt de liturgie op een hele mooie wijze en draagt bij aan de beleving van een viering.
Dat kan ingetogen zijn met mooie klassieke werk, gezangen en psalmen maar ook met musici, zangers die moderne werken vertolken. Nieuwe media kunnen daar een boost aan geven. Dat hebben wij in de Ansfriduskerk gedaan door de afgelopen jaren (vóór Corona) de jaarlijkse Passion 4U uit te voeren en die flink te promoten op social media.

Is er digitale hoop voor de kerk?
Er is altijd hoop! Maar het vraagt wel actief er mee aan de slag en meegaan met de tijd. De kerk is op veel plekken (zeker in mijn eigen omgeving, de Katholieke kerk) nog erg conservatief. Gelukkig is er op veel lokale plekken ruimte genomen om creatief te zijn.

Digitale media vormen een podium om in contact te komen met mensen en ervaringen te delen. Dat kan zorgen voor een flinke schare ‘fans’. Ron Adelaar (150.000 luisteraars per dag op spotify)

Maurits Luth: Nooit meer een #ochtendgebed

Nooit meer een #ochtendgebed

Maurits Luth (1990) is sinds het voorjaar van 2020 voorganger en gemeenteopbouw-werker van de Baptistengemeente in Kampen. Zijn werk is dus bepaald door het coronatijdperk. Een uitdaging want: “Geloven doe je niet alleen. Elkaar ontmoeten is noodzakelijk om te bemoedigen, te steunen, te aanbidden, te huilen, te lachen en om in Gods aanwezigheid te zijn. Corona kan dan misschien her en der roet in het eten gooien; toch laten we ons feestje niet verpesten, en willen we in afhankelijkheid van God en in wijsheid en voorzichtigheid zoveel mogelijk doorgang geven aan de leerhuisactiviteiten.” Op verzoek van Digitale Fontein schrijft hij een blog over digitale media en kerk-zijn. En u mag reageren

Het is troosteloos, rustig en vroeg.  Zoals een woensdagochtend kan zijn. Snel zet ik mijn fiets tegen een grote stapel stenen die er al flink wat eeuwen staan. Door de robijnrode massieve deur en rijen stoelen weet ik mijn eigen stoeltje weer te vinden. Soms voelt het wat geheimzinnig, wat we hier aan het doen zijn. Wie zou het eigenlijk weten dat we dit al weer een tijdje doen? Opeens zijn er weer mensen die de weg terugvonden naar hun stoeltje, in dit koude gebouw. Ze doen weer een paar keer mee. Of één keer. Met drie collega-pastores uit verschillende kerken wissel ik de eer van af wie dit ochtendgebed mag leiden. Soms zijn er dertig, soms zijn er drie, meestal dertien.
Vanochtend mag ik heerlijk ontvangen, gewoon aanschuiven als bezoeker. Laat mijn collega zijn werk maar doen. Deze nieuwe dag mag ik ontvangen en meegedragen worden door die inmiddels bijna saaie, herkenbare sleur van woorden. Ik hoef even zelf niets te zeggen of te verzinnen om naar God te gaan. Gewoon meelezen. Wat een genade. Het Licht gaat aan. Stilte vult het koor.

De eenvoud van het Taizé-lied daagt me uit te kauwen op de woorden die ik probeer te uiten naar de Eeuwige, angstig als ik zelf soms nog kan zijn voor echte verstilling. Een pinksterbroeder stort zijn hart uit. Een orthodoxe zus zingt haar psalm met passie mee. Een organist weet ook deze ochtend bij mij weer de juiste toetsen in te drukken. Éven zijn we Familie. Binnen deze eeuwenoude muren zijn even geen kerkmuren te vinden. Even zijn we weer mens. Mensen zoals God ons bedoeld heeft. Tot we weer met een pasje de stoeltjes verlaten, richting de waan van de dag, en de gebeden achterlaten tussen al die andere eerdere gebeden die nog hangen tussen de hoge gewelven en de gotische wanden van licht.

Het was niet weer zo’n mooie, pure, heilige start van de dag geweest als ik snel ook via Insta een selfie had geplaatst met die aangestoken paaskaars, als we dit bijna geheime samenkomen via een Facebook-pagina hadden gepromoot, als we via Whatsapp hadden gereageerd op de gekozen liederen, als we via Twitter snel deelden wat voor geweldige organist we hebben, als we tegelijkertijd via een YouTube-livestream mee-gluurders hadden die er niet écht bij ‘zijn.’

Mag de kerk, en de ontmoeting met God en met elkaar, niet (soms?) ook nog juist een plek zijn waar we mens zijn – mens zonder social media? Zou dat niet juist getuigend ‘counter-cultural’ kunnen zijn? Kom hier, mens-zonder-je-schermpje. Mens-zoals-je-bent. Zonder de mooie maar oneerlijke beelden die van jezelf de wereld in slingert. Hier hoeft het niet. Niet van God. Niet van ons. Join the silent revolution. Nooit meer een #ochtendgebed. Dit is heilige grond.

Felix Govers: Kerk, Let's Move!

Felix Govers: Kerk, let’s move!

Felix Govers (26) mist iets in christelijk Nederland, namelijk een bijna complete generatie genaamd ‘Millennials’. “De kerk spreekt hen steeds minder aan”, zegt Govers. Reden voor hem om Move Community te beginnen, een online platform speciaal gericht op de behoeften van randkerkelijke jongeren tussen de 18 en 30 jaar. Een digitaal alternatief voor de traditionele kerk? Of een noodzakelijke aanvulling? Felix Govers leidt een workshop op het symposium van 4 september. Digitale Fontein legt hem al vast een aantal vragen voor.

“Er is beweging, sterker, een almaar groeiende golf van maatschappelijke ontwikkelingen met betrekking tot kerk en digitale media. Als missionaire christelijke mediamaker en ondernemer zit ik daar middenin. Allereerst zie ik als millennial een groeiende geestelijke nood in mijn eigen generatie. Door de secularisatie en de bijbehorende ontkerkelijking van onze samenleving, zie ik veel jonge mensen worstelen met identiteits- en zingevingsvragen. De tweede ontwikkeling zie ik bij kerken en christelijke organisaties. Als kerk hebben we met het goede nieuws van het Evangelie hoop voor de jongere generaties. Maar door de snelle ontwikkelingen van deze moderne tijd hebben we grote moeite om dit op een eigentijdse manier over te brengen. Daardoor werken die ontwikkelingen eerder tegen dan voor de christelijke missie in Nederland.

Online wat kan, offline wat moet
De derde ontwikkeling is die van de digitale revolutie die alleen maar sterker wordt. Mede door corona is er een wereldwijd besef gekomen dat de online en offline leefwereld van mensen als twee parallelle realiteiten naast elkaar zullen blijven bestaan. Deze drie maatschappij brede ontwikkelingen veroorzaken een golf waar veel mensen spreekwoordelijk in verdrinken. Daarom moeten we als kerk leren surfen op deze golf. De hoofdvraag die we onszelf daarbij moeten stellen is deze: Hoe zetten we als kerk digitale media in om het goede nieuws van het evangelie als hoop voor jongere generaties, op een eigentijdse wijze over te brengen?
Daarbij is het belangrijkste doel wat mij betreft niet om de kerkzaal vol te krijgen. Het belangrijkste doel is om in hechte verbinding te staan met de gemeente, mensen te vertellen van het Evangelie en hen te verbinden met andere gelovigen. Elke gelegenheid die we hiervoor hebben moeten we aangrijpen en vormen gezamenlijk de toekomst van de kerk. Hoe beter online en offline kanalen op elkaar afgestemd zijn, hoe beter het werkt. Daarbij moeten we online en offline kanalen in hun kracht gebruiken. Kerkzaken als community, verbinding, inspiratie, toerusting kunnen heel goed digitaal. Maar andere belangrijke zaken zoals discipelschap, relatie, naastenliefde, omzien naar elkaar, moeten we niet online proberen te doen. Daarvoor is de menselijke relatie veel te belangrijk.

Online: believe in love
Een mooi voorbeeld hoe online de offline leefwereld kan versterken is door het liefdesverhaal van Thijs en Lois. Ze kende elkaar niet maar zagen elkaars levensverhaal bij MOVE op Instagram voorbij komen. Ze raakte via sociale media aan de praat en gingen daten. Tijdens het daten bouwde ze aan een liefdesrelatie en nu zijn ze gelukkig samen. Zonder Instagram hadden ze elkaar nooit leren kennen, maar zonder live te daten was er nooit een liefdesrelatie ontstaan.
Verhaal van Thijs: https://www.instagram.com/p/B3KS5G_ITH6/
Verhaal van Lois: https://www.instagram.com/p/Bvjt_oxlinA/
En nu samen: https://www.instagram.com/p/CHsvYvkBoDs/

B2MOVE2B
De MOVE community brengt het geloof in de (digitale) belevingswereld van jonge mensen. Voor veel mensen is de levensfase tussen je 18e en je 30e een belangrijke tijd waarin veel levensbepalende keuzes worden gemaakt. Dit is de periode dat je jezelf loskoppelt van je ouders en je eigen leven gaat bouwen. Daarin leggen studenten en starters bewust of onbewust een basis voor hun leven. Ze kiezen een studie, een politieke voorkeur, een levenspartner, een woonplek, vrienden etc. In deze fase verliezen veel christelijke jongeren het geloof. Ze krijgen een niet-christelijke partner, ongelovigen studievrienden stellen moeilijke vragen, ze willen erbij horen, zondagochtend in een kerk zitten is niet echt chill met een kater etc. Dat is de realiteit van veel jonge mensen anno 2021. Daarom is het zo belangrijk om juist in deze periode of digitale media een laagdrempelige, toegankelijke en inspirerende christelijke community te bouwen voor deze doelgroep. Zodat ze digitaal bereikt worden, voelen dat ze erbij horen (belong) en geïnspireerd worden in het geloof (believe) en het geloof daardoor een grotere rol speelt in de overwegingen die jongeren maken.

De dynamiek van digitale media heeft een grote invloed op het leven van jonge mensen. De perfecte plaatjes van influencers, de verslavende aantrekking van games, de laatste hypes op sociale media, de muziek op YouTube, de gespreksonderwerpen met je vrienden. Zo wordt de belevingswereld van jonge mensen gevormd door datgene wat ze online meekrijgen. De winst van de MOVE community is dat de belevingswereld van jonge mensen medegevormd wordt door content die hen dichter bij God brengt.

Wat mij betreft hoop ik dat het symposium op 4 september gaat helpen te ontdekken hoe we als kerk digitale media in kunnen zetten voor de christelijke missie.

Felix Govers, HIER vind je zijn verhaal in videovorm.

Berit en Pepijn: Je bent 13, 14 jaar. En je maakt corona mee.

Je bent 13 en 14 jaar. En je maakt Corona mee

Pepijn is 13 jaar, Berit is 14. Zij zitten in vwo2 van het Corderius College Amersfoort en zij twee van de Tieners op Zondag (ToZ) van de Fonteinkerk. Corona heeft impact. Zij zijn veranderd. “Maar voor mij zusje in groep 7/8 was het veel erger. Zij heeft wel echt veel leuke dingen gemist ”

Berit (14)
Corona betekende voor mij heel veel, het was heel saai. Zoveel achter je computer. Af en toe even naar buiten. Even een ommetje. En als het al zo lastig voor mij was, dan is het voor mijn docenten nog veel erger.

Pepijn (13)
Corona betekende voor mij veel regels die erbij kwamen, beperkingen vooral. Maar ook wel nieuwe ervaringen met ‘teams’, tussen de lessen door met elkaar bellen Dat was ook wel leuk. Wij gingen eigen whatsapp-groepen maken. Op een gegeven moment hadden wij een call van 14 uur.

Berit
Ik heb horrorverhalen gehoord van anderen maar ik ging er juist op vooruit. Juist omdat ik mij beter kon concentreren. In de klas kan het soms heel druk zijn en dan heb ik daar last van. Als ik in mijn eentje ben, kan ik voor mijzelf beter leren. Wat ik wel gemist heb is het sociale contact met mijn klasgenoten. Daarom ben ik zo blij dat ik eindelijk weer naar school mag

Pepijn
Meestal heb je je eigen groepje leerlingen waar je mee praat. Je zoekt elkaar altijd weer op. Maar door het digitale, kreeg ik contact met anderen. En het contact was ook anders dan voor corona. Ik heb mensen van andere kanten leren kennen. Dat had ik zonder corona nooit gehad.

Berit
Ik merk wel dat ik door corona veranderd ben. Doordat ik veel alleen ben geweest, op mijn kamer, heb ik andere dingen meegemaakt. Ik ben bijvoorbeeld veel meer in de natuur geweest. Diep in het bos van de Treek, bij een meertje, ik heb daar herten gezien. Anders had ik die nooit gezien.

Pepijn
Wij hebben natuurlijk nieuwe dingen geleerd, andere manieren van communiceren. De lessen vond ik heel vervelend. Als ik thuis zit, zit ik soms in mijn pyjama en dan zit je natuurlijk vooral te relaxen. Ik heb wel gewoon goede cijfers gehaald, maar ik heb de stof niet echt meegekregen. Ik heb een prima korte-termijn geheugen.

Berit
Mijn ouders werken sowieso veel online en ik heb het ook goed gered. Maar mijn zusje heeft het wel heel lastig gehad omdat zij in groep 7 en 8 zat. Dus heel veel leuke dingen heeft zij niet meegemaakt. Zoals de eindmusical, zingen, spelen, met publiek.

Pepijn
Ik zat thuis en wilde wel wat voor de kerk doen. Iets terug doen. Je kunt elkaar niet echt zien. Maar in de kerk hebben wij wel ons best gedaan. Ik heb geholpen met streamen. Maar wij hadden niet de goede apparatuur. Ik vond het wel leuk om tijdens het streamen contact te hebben met de mensen thuis. Ik wil niemand beledigen maar hoe ouder je wordt, hoe lastiger het is met al die sociale media, en die schermpjes. Bovendien; dan willen ze de dienst volgen omdat ze eenzaam zijn en dan lukt het niet. En dan is er niemand om te helpen. Want hun volwassen kinderen blijven in hun eigen huis vanwege corona.

Berit
De kerk moet meer reclame maken voor online-activiteiten. Als mensen het weten kunnen meer mensen ernaar luisteren, ernaar kijken. De kerk kan natuurlijk op heel veel sociale media dingen doen: Facebook, Instagram, Twitter…Dan kun je meer mensen bereiken.

Pepijn
Wij kunnen nog veel leren. Bij het streamen loopt het beeld achter op het geluid. Wij hebben een start gemaakt maar wij hebben nog een hele reis te gaan.

Berit
Tieners op Zondag vond ik lang niet zo leuk als normaal. Je kunt niet echt leuke dingen doen. Het was minder gezellig. Ik miste de mensen. Ik miste niet God. Want God kun je ook in je eentje opzoeken. God is immers overal.

Pepijn
Wij bidden natuurlijk nog steeds tot God. En laatst gingen wij met ToZ een wandeling maken en wat was wel.. ik had het idee dat het wel helpt. Dat God er dan is. Om de eenzaamheid te verhelpen.

Berit
Ik denk niet dat God je beter maakt van corona. Hij gaat niet over het virus. Maar hij kan wel helpen tegen eenzaamheid.

Leo Koffeman: de glazen wand

Leo Koffeman: de glazen wand

Kun je echt presént zijn in de digitale wereld? Aanwezig zijn? Bij de mensen zijn? Is een digitale community echt mogelijk? Ik vraag het me af, maar ik laat me graag overtuigen.

Heb je twee minuten? Kijk dan even naar dit filmpje op YouTube: Straatpastoraat Amersfoort. De Amersfoortse straatpastor Bernadette van Dijk legt kort uit wat het betekent bij de mensen – in dit geval: dak- en thuislozen – te zijn. Daar te zijn waar zij zijn. Letterlijk: op straat, in de opvang, soms in het ziekenhuis of de gevangenis. Maar vooral ook figuurlijk: daar waar zij zijn in hun hoop en hun depressie, in hun verdriet en hun frustratie, in hun verlangen, hun teleurstelling en hun tekortschieten. Dat betekent ook voor haarzelf veel. Kun je op Internet zo dicht bij anderen komen? Ze zo ‘op de huid zitten’ dat je ook echt iets terug krijgt?

KUCHSCHERM OF ETALAGERUIT
Het glas van mijn mobieltje of mijn laptop zit er altijd tussen. Als een kuchscherm tijdens corona, als een glazen wand voorkomt het dat ik de ander ruik, voel. Hooguit zie en hoor ik die ander. Vaker nog zie en hoor ik die ander niet, maar hij/zij mij misschien wel. In een videoclip, in een podcast. Ik kan dan alleen zenden. Ontstaat zo een community?

Dikwijls is dat glas ook een etalageruit. Op mijn website laat ik trots zien wat ik gepresteerd heb. Mijn publicaties. Mijn reizen voor de kerk en de wetenschap. Zo gebruiken we vaak ook ons Facebook- of Instagramaccount. Om ons van onze beste kant te laten zien. Kijk mij eens! Mooie foto’s. Leuke (klein)kinderen. Toffe baan. Een geslaagd mens!

Maar je hoeft niet tientallen jaren dominee geweest te zijn om te weten dat de werkelijkheid anders is. Het is een voorrecht als je echt dicht bij die ander kunt komen, in een persoonlijk, zo je wilt pastoraal gesprek. Als alle kaarten op tafel komen, en je samen mag zoeken naar een weg die begaanbaar is. Een gezegende weg.

En je hoeft geen zeventig te worden om te weten dat de werkelijkheid anders is, ook voor mij. Het was een kostbaar moment, toen die ander echt dicht bij mij wist te komen. Toen gezegd kon worden wat soms maar nauwelijks doordacht, hooguit gevoeld werd. Ook nu nog. Als je merkt dat die ander écht kan luisteren.

COMMUNITY?
Goddank (ja zeker!) zijn er zulke ontmoetingen. Natuurlijk ook buiten de kerk, maar zeker in de kerk. Want die is er als het ware op gebouwd. Niet dat het altijd lukt. Daar weten we in de kerk ook alles van. Het kan zelfs ook geweldig misgaan. Maar (bijna) altijd is er dan toch ook wel weer een weg te vinden naar de vrijheid en de ruimte van het Evangelie.

Kunnen we als kerk, als geloofsgemeenschap echt presént zijn in de digitale wereld? Aanwezig zijn? Bij de mensen zijn? Is een digitale community echt mogelijk?
Zo’n twee jaar geleden heb ik mijn Facebookapp van mijn telefoon gegooid. Mijn Twitteraccount idem dito. Ik had het er helemaal mee gehad. Nu zit ik op LinkedIn, om louter praktische redenen. Maar natuurlijk zal met mijn minimale persoonlijke ervaringen niet alles gezegd zijn. Er zullen vast ook andere verhalen verteld worden, in de aanloop naar het symposium van 4 september. En tijdens dat symposium. Misschien is die glazen wand toch niet zo hard als het lijkt. Ik laat me graag overtuigen.

Leo Koffeman: de tweets van Luther

Leo Koffeman: de tweets van Luther

Stel dat Maarten Luther de keus had gehad… Stel dat hij, 500 jaar geleden, had kunnen bloggen, vloggen, twitteren… Gebruik had kunnen maken van alle denkbare social media… Wat zou hij gedaan hebben?

Ik denk eigenlijk dat ik het wel weet. Want hij stond in feite voor een soortgelijke vraag. De boekdrukkunst was nog niet zolang daarvoor uitgevonden. Er waren nog altijd mensen die boeken kopieerden, met de hand. Die ze overschreven, zin voor zin, woord voor woord. Monnikenwerk, dat vooral. En dat oude handwerk zag er ook veel mooier uit dan die nieuwerwetse gedrukte boeken. Hoofdletters in manuscripten werden vaak nog met de hand ingekleurd, en zo soms zelfs omgevormd tot prachtige tekeningen. Maar de inkt van de eerste gedrukte boeken was onontkoombaar inktzwart. Saai dus, en een beetje vies misschien wel. Eigenlijk beneden peil. Dat past toch niet?  En zeker niet bij de kerk en bij de theologie, de ‘heilige wetenschap’.

Bovendien: wat gebeurt er als de Bijbel, de kerk en de theologie in de hand van het volk komen? Wat gaat er dan allemaal schuiven?

PAMFLETTEN ALS TWEETS
Luther wist het wel. Hij ‘twitterde’ er op los. De boekdrukkunst kwam hem prima van pas. Het ene pamflet van zijn hand na het andere verscheen. De nieuwste communicatie­technieken werden ingezet. Pamfletten, stellingen, boekjes, boeken. Alles wat maar mogelijk was om de mensen te betrekken bij wat hem dreef. Het aan de kaak stellen van misstanden in de kerk. En het verspreiden van een nieuwe visie op de vrijheid van een christenmens.

Zijn acties riepen verzet op. Natuurlijk, Niet alleen met ‘tweets’ van mensen die er heel anders tegenaan keken. Geweld dreigde. Ook dat is van alle tijden: wie vrijelijk zijn mening geeft, loopt soms gevaar. Noodgedwongen moest Luther onderduiken, en hij vond onderdak op kasteel de Wartburg. Geen wifi, zou je denken. Oppassen met contacten die zouden kunnen verraden waar hij zat. Juist daar zette hij zich aan wat misschien wel zijn grootste prestatie is geworden: het vertalen van de Bijbel in het Duits. Deze ‘Lutherbibel’ is een monument in de Duitse literatuur geworden. En wat nog belangrijker is: gedrukt en wel bereikte de Bijbel de huizen van talloze mensen die hem nu in hun eigen taal konden lezen.

EEN HOGE PRIJS?
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het verhaal ook een andere kant heeft. De conservatieve garde had het wel goed gezien: als je de Bijbel in de handen van ‘gewone’ mensen legt, gebeuren er ongelukken. Want elke ketter heeft zijn letter. Luthers optreden leidde ook tot verdeeldheid, en uiteindelijk scheurde, ja versplinterde de kerk.

Maar was dat de schuld van de boekdrukkunst? Of van wat mensen ermee deden, en nog doen?!

Zoiets kan nu weer aan de orde zijn. In de ‘digitale kerk’ kan iedereen aan het woord komen, meer nog dan in de kerk van de Reformatie. Je weet maar niet wat er dan allemaal gaat gebeuren. Ik zou het tenminste niet durven voorspellen. Het lijkt veel veiliger om in de vertrouwde kerkelijke kaders te blijven werken.

Waar liggen de kansen voor de digitale kerk? En wat zijn de risico’s? En waar ligt dat dan precies aan? Aan de media? Ik vraag maar. Misschien hebt u een antwoord?!

Leo Koffeman: parels voor de zwijnen

Leo Koffeman: parels voor de zwijnen

Moet je als kerk wel met je hele hebben en houden op internet willen? Ook weer zo’n vraag waarop ik het antwoord voorlopig nog schuldig moet blijven. Is er niet zoiets als een ‘binnenkant’ van geloof en kerk die zich er niet voor leent om anoniem te worden gedeeld met anderen?

Gooi je parels niet voor de zwijnen! Die woorden uit Matteüs 7:6 (LINK naar bijbeltekst) schoten me te binnen. Of compleet: “Geef wat heilig is niet aan de honden en gooi je parels niet voor de zwijnen; die zouden ze maar met hun poten vertrappen, zich omkeren en jullie verscheuren”. Dat heeft iets te maken met kwetsbaarheid. Van het geloof zelf, en van mensen die iets met geloof hebben. Wat haal je in vredesnaam over je heen? Ook dat is een vraag bij kerk en digitale media.

CORONA EN AVONDMAAL
In de coronatijd voelde ik iets van deze aarzeling. Het ging over de viering van het heilig avondmaal. In de kerkdienst was het al wat vervreemdend. Ieder kreeg bij de ingang brood en een klein glaasje wijn mee. Zo vierden we het avondmaal. Tien ik een keer thuis was, werd ik uitgenodigd zelf tevoren wat brood en wijn klaar te zetten bij de laptop, en zo mee te vieren. Ik kon dat eerlijk gezegd niet opbrengen. Het was mij te afstandelijk, te ingewikkeld, bijna gênant. Kan ik zoiets intiems als een avondmaalsviering wel meemaken via de laptop?

MISSA EST
In de eerste eeuwen na Christus was de kerk een kleine minderheid in de bevolking van het Romeinse rijk. Vreemd aangekeken, soms gewantrouwd, soms vervolgd. Maar ook intrigerend: mensen wilden er soms meer van weten. Want ze waren zo ‘anders’, die christenen. En ze vormden in elk geval geen directe bedreiging voor de samenleving. Ze stonden eerder bekend om hun zorg voor mensen aan de rand. Wie niet gedoopt maar wel geïnteresseerd was, was welkom. Mocht aansluiten bij de kerkdiensten. Het zingen meemaken, de Schriften horen voorlezen, een preek beluisteren. Maar dan klonk het ‘missa est’ (ons spreken over de ‘heilige mis’ komt er vandaan): ‘u wordt weggezonden’. Iedereen die nog niet gedoopt was, werd gevraagd te vertrekken. Bij de viering van de maaltijd van de Heer, waarmee elke dienst werd afgesloten, waren buitenstaanders niet welkom. Ook al leidde dat tot allerlei verhalen, zoals dat christenen kinderen zouden offeren…

BONHOEFFER
Eeuwen later komt iets hiervan terug bij Bonhoeffer, de Duitse theoloog die zich verzet tegen Hitler (zie ook deze video). Hij beseft dat de wereld veranderd is, en dat het christendom zijn vanzelfsprekende plaats in de samenleving zal verliezen. Mensen zullen er niets meer mee hebben, met christelijk geloof, of met welke vorm van religie dan ook. Secularisatie zal de wereld na de oorlog steeds meer gaan bepalen. Bonhoeffer schrijft dan in een brief uit de gevangenis van 5 mei 1944, dat het misschien nodig is ‘de geheimleer in ere te herstellen om de geheimen van het christelijk geloof te behoeden voor ontwijding’. Niet dat de kerk zich terug moet trekken uit de wereld! Integendeel, Bonhoeffer pleit juist hartstochtelijk voor een kerk die zich inzet voor gerechtigheid, verzoening en vrede, voor wat hij een ‘niet-religieuze’ vorm van christendom noemt. Maar, bedoelt hij (denk ik), er zit ook een kern in het christelijk geloof die een geseculariseerd mens wel verkeerd moet begrijpen. Dat vraagt om behoedzaamheid in het etaleren van kerk en geloof.

Ook in de digitale media van nu? Ik vraag maar.

Leo Koffeman: digitaal tennissen

Leo Koffeman: digitaal tennissen

Ik ben lid van tennisvereniging Volta. En daarmee ook lid van de KNLTB, de Koninklijke Nederlandse Lawn Tennis Bond. Bijna elke dinsdagavond ben ik op de tennisbaan te vinden. Ook ben ik lid van de Protestantse Gemeente Amersfoort, en daarmee per definitie lid van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Bijna elke zondagmorgen ben ik in de Fonteinkerk te vinden. Gaat die vergelijking op? En wat betekent dat voor de kerk in de digitale wereld? Over dat laatste straks.
Eerst dit. In elk geval gaat de vergelijking niet in alle opzichten op. Zo hangt mijn lidmaatschap van Volta af van het betalen van mijn jaarlijkse contributie. In de kerk werkt het niet zo. Er wordt wel een financiële bijdrage gevraagd en verwacht. Die is zelfs aanmerkelijk hoger dan de tenniscontributie. Maar als ik niet bijdraag aan de kerk, omdat ik dat niet kan of dat niet wil, dan word ik er daarom nog niet uitgezet. ‘Voor wat hoort wat’ is niet bepalend.
Van de tennisclub werd ik ooit lid door mij aan te melden. Van de kerk was ik al lid voor ik me daarvan bewust was. Gedoopt als baby werd ik direct lid. Ik kon en kan er hooguit voor kiezen mij alsnog aan de kerk te onttrekken.

Katholieke kerk
Ook protestanten als ik behoren tot de katholieke kerk. Nee, niet tot de Rooms-Katholieke of de Oud-Katholieke kerk. Maar met alle christenen wereldwijd maak ik deel uit van de ‘katholieke’ kerk, de Kerk van Jezus Christus. Die is ten diepste één, heilig, katholiek en apostolisch. Eén, ondanks al die verschillende kerkgenootschappen, ten diepste één in het geloof in dezelfde God. Heilig, ondanks alle rottigheid soms, in het geloof in Zijn liefde. Apostolisch, ondanks alle verschillen in tradities en gebruiken, omdat dezelfde Bijbel de basis vormt. En katholiek, ondanks alle verschillen in taal en cultuur, omdat de kerk van Christus zich niet laat opsluiten in een bepaald volk of een bepaalde bevolkingsgroep, maar bij uitstek inclusief is.

Lokale kerk
Er is ook een andere kant. De kerk leeft lokaal, in de concrete gemeenschap op een bepaalde plek. In een wijk, een stad, een dorp, een streek misschien. De grenzen zijn wel wat soepeler geworden: je postcode bepaalt niet zonder meer bij welke gemeente van de Protestantse Kerk in Nederland je behoort. Je hebt recht op een eigen keuze. Maar je kunt niet bij de PKN behoren zonder lid te zijn van een bepaalde gemeente. Want daar, ter plaatse, leeft de kerk. Daar komen de mensen samen, om te vieren, te leren en te dienen. Daar vinden ze hun vertrekpunt voor hun dienst in de wereld. Daar vinden ze inspiratie, bemoediging, stof om na te denken en wat al niet. Niet alleen op zondag, ook door de week, op allerlei manieren. Je hebt elkaar leren kennen en je hebt elkaar steeds weer nodig.

Ook elders
Door mijn werk ben ik veel in kerken in het buitenland geweest. Ik was jarenlang een soort staatssecretaris (minister klinkt wel erg stoer!) van Buitenlandse Zaken voor de PKN. Het heeft mij dikwijls geraakt als ik daar naar de kerk ging, ook als ik de taal niet verstond. Ooit preekte ik bijvoorbeeld zelf in noordoost India. Ik sprak in het Engels, en zin voor zin werd vertaald in de lokale taal, het Mizo. En toch ervoer ik een sterke verbondenheid. Aan het ritme herkende ik het bidden van het Onze Vader. Ik ervoer het sterk: ten diepste zijn wij één. Samen luisterend naar het Woord, samen zingend en biddend. De kerkelijke gemeenschap is ten diepste grenzeloos. Maar tegelijk altijd lokaal, concreet en fysiek.

Digitale gemeenschap
Je zou dan zeggen dat de digitale gemeenschap van de kerk kansrijk is. Met al die christenen op de wereld zijn wij immers al ten diepste één. Hetzelfde Woord, hetzelfde gebed. En toch is die digitale kerkelijke gemeenschap geen vanzelfsprekendheid. Is dat onhandigheid? Is het omdat de kerk in de aard der zaak conservatief is, en ook hier achter de feiten aanloopt? Waar zit het hem in?

Ik begrijp dat digitaal tennissen niet kan. Digitaal kerk zijn wel?