Kwetsbare mensen
Afgelopen zondag 15 maart zat ik in de banken van de Fonteinkerk. Jan Greven was in deze dienst de voorganger. Ik vond het een prachtige viering, hoewel we met slechts 15 mensen in de kerk aanwezig waren. In een tijd waarin alle contacten en ontmoetingen worden stilgelegd, gaat er een enorme troost uit van de dingen die “gewoon” doorgaan.
Later op die zondag zag ik een documentaire over het Friese dorpje Wanswerd. In dat dorp ligt, op een beeldschone locatie, de eeuwenoude Petruskerk (LINK naar de documentaire op NPO Start). In het jaar 2019 zag de kerkelijke gemeenschap zich genoodzaakt om dit prachtige kerkje te verkopen, omdat er ‘s zondags nog maar 15 mensen naar de kerk kwamen, en omdat het onderhoud voor de gemeente niet meer op te brengen viel. Bij het zien en beluisteren van de teleurgestelde, moegestreden gelovigen liepen de tranen mij over de wangen. En ik had eigenlijk geen idee waarom het verhaal van dit Friese kerkje mij zo aangreep.
Misschien werd ik geraakt door een plotseling besef van onze ongelofelijke kwetsbaarheid. Het virus van de ontkerkelijking waart rond in ons land (en in heel Europa), en we weten niet hoe we het tegen moeten houden. Het coronavirus raast door de wereld, en we kunnen er niets tegen doen. We kunnen het misschien een beetje afremmen door alle contacten uit de weg te gaan. We hebben het maar te doen. Kwetsbare kerken, kwetsbare mensen…
Onze kwetsbaarheid wordt indringend beschreven in Psalm 103: “De mens: zijn dagen zijn als het gras, hij is als een bloem die bloeit op het veld en verdwijnt zodra de wind hem verzengt; de plek waar hij stond, kent hem niet meer.” Het valt te vrezen dat wij in de komen-de weken en maanden hardhandig met onze kwetsbaarheid zullen worden geconfronteerd.
Tegenover de menselijke kwetsbaarheid en vergankelijkheid stelt Psalm 103 de trouw van God: “Maar de Heer is trouw aan wie Hem vrezen, van eeuwigheid tot eeuwigheid.” Wij mensen zijn maar een ademtocht, slechts een tijdelijke opleving in de geschiedenis, maar de trouw van God is blijvend en heeft eeuwigheidswaarde.
Zal deze trouw ons beschermen tegen het coronavirus? Ik denk het niet. Maar om ons heen en in ons is er een Aanwezigheid die ons boven de vergankelijkheid uittilt. Het is de Aanwezig-heid van een God die zelf voor de kwetsbaarheid gekozen heeft: Hij werd zichtbaar in een kwetsbaar mens, en droeg in die mens al onze zorgen, angsten en kwalen. God is ons nabij in onze kwetsbaarheid, want Hij is daar zelf aan onderdoor gegaan. Dichterbij kun je als God niet komen! En zo krijgt ons bestaan eeuwigheidswaarde: zelfs de dood kan het niet kapot maken. Dat maakt ons niet onkwetsbaar voor de ellende. Maar het kan ons een gevoel van vrede en vertrouwen geven: ons leven wordt gedragen, we staan er niet alleen voor.
Lastig om daar de goede woorden voor te vinden. Maar Huub Oosterhuis komt met Gezang 221 wel aardig in de buurt:
Zo vriendelijk en veilig als het licht,
zoals een mantel om mij heen geslagen,
zó is mijn God, ik zoek zijn aangezicht…
Met hartelijke groet, Wim Verschoor