De Leusderkerk
Na afloop van de tweede wereldoorlog in 1945 breidde de stad Amersfoort zich uit in zuidelijke richting. De toenmalige Grachtkerk in het centrum van de stad kwam steeds verder van de nieuwbouw te liggen (Grachtkerk, gesloopt in 1987, foto hiernaast van André van Dijk, Veenendaal). De behoefte aan kerkruimte in zuid (het Berg- en Leusderkwartier) werd steeds groter. Meer informatie over dit proces vindt u hier.
De toenmalige kerkenraad van Amersfoort (nog geen Kerkenraad Algemene Zaken: KAZ) besloot op 7 juni 1946 diensten in het Leusderkwartier te gaan houden. Een lokaliteit moest worden gezocht. Op 26 juni 1946 werd besloten om alvast in een gebouw aan het Laurens Costerplein één dienst per zondag te houden, later uitgebreid naar twee kerkdiensten.
Het verlangen naar een eigen kerkgebouw werd groter. De realisatie ervan werd dringender toen de eigenaar van voornoemd gebouw in 1947 gewijzigde aanvangstijden voor de kerkdiensten wenste én de huur verhoogde van f. 15,00 naar f. 30,00.
Op 4 maart 1948 werd door de kerkenraad voorgesteld een locatie te zoeken voor een houten noodgebouw bestaande uit een ruimte voor het houden van kerkdiensten en daarbij twee vergaderzalen. Gedacht werd aan een levensduur van het gebouw van 15 tot 20 jaar en een prijs van f. 60.000. De heer Plooy zou de architect zijn. Dit plan is aanvaard. Na veel geharrewar over vergunningen enzovoort kwam op 7 oktober 1948 het bericht dat een meer permanent gebouw van steen mogelijk was. Dit betekende een kerkgebouw met een langere levensduur en een goedkopere exploitatie. De kosten werden geraamd op f. 75.000,-. Het aantal zitplaatsen op ongeveer 500 en er zouden twee bijlokalen moeten komen. Het orgel zou zo’n f. 10.000 gaan kosten. Dit alles op de locatie Robert Kochstraat. Het plan werd aanvaard en de eerste steen voor de Leusderkerk is gelegd op 26 februari 1949.
Door uitbreiding van de wijk ( o.a. de Kapelweg, Surinamelaan, Arubalaan, Keesomstraat, Einsteinstraat) werd het gebouw te klein voor het aantal kerkgangers. Zo ontstond de wens tot uitbreiding van het aantal zitplaatsen. Op 6 december 1962 besloot de wijkraad bij de KAZ aandacht te vragen voor het gebrek aan ruimte voor de eredienst en voor andere activiteiten en tevens te waarschuwen voor de eventuele gevaren door de overbezetting van het bestaande gebouw.
Op 10 januari 1963 besloot de KAZ een architect te zoeken voor het maken van plannen voor een nieuwe kerkzaal naast het bestaande kerkgebouw aan de Robert Kochstraat. Het bestaande kerkgebouw zou met een nieuwe indeling gebruikt kunnen worden voor het maken van lokaliteiten. De toenmalige wijkpredikant ds. G. Veeneman nam in deze tijd een beroep aan naar Groningen. Hij werd opgevolgd door ds. B. Scholten, die op 28 september 1964 hier bevestigd werd.
Bouwplan, David Zuiderhoek
Op 17 oktober 1963 keurde de KAZ het bouwplan voor een nieuwe kerk in principe goed. In de wijkraad werd het bouwplan door de heer Welfing toegelicht. Het aantal zitplaatsen in de nieuw te bouwen kerk zou ten minste 600 zijn, waarbij uitbreiding was mogelijk. David Zuiderhoek, architect te Baarn was de grondlegger van dit plan. Deze architect had al veel gebouwd in Amersfoort en ook kerkgebouwen elders (o.a. Bethlehemkerk te Hilversum 1963, Wederkomstkerk te ’s-Hertogenbosch 1966). De wijkkerkenraad ging akkoord met het voorgestelde plan. Op 25 oktober 1963 nam de KAZ het officiële besluit tot de bouw van een nieuwe kerk, direct naast de Leusderkerk.
De start van bouw liet nog even op zich wachten. De kosten van het nieuwe kerkgebouw bleken hoger dan verwacht. Voor een aantal voorgestelde veranderingen zoals o.a. de plaats van het orgel en verbetering van de lichtinval in het gebouw was onvoldoende geld.
De Fonteinkerk
In februari 1965 werd met de bouw begonnen. De bouw duurde bijna 1,5 jaar. Bouwkundig opzichter was de heer Reeders Sr. Het kerkgebouw kreeg duidelijke kenmerken van de architect David Zuiderhoek zoals: o.a. een kerkvorm met niet parallelle wanden (de licht gebogen muur aan de westkant van het gebouw symboliseert de beschermende arm Gods om de gemeente heen), het gaan van het donker naar het licht, een plafond met oplopende hoogte en bestaande uit houten sierdelen, wanden met siermetselwerk. Tijdens de bouw verzuchtte één van de metselaars dat hij (rooms katholiek) die zondag niet ter kerke behoefde, omdat hij al zoveel kruisjes had gemetseld in de lange muur van de nieuwe kerkruimte.
De aansluiting met de bestaande Leusderkerk vergde aparte aandacht. Op de plaats van de huidige ingang was vroeger de ingang van de Leusderkerk met daarboven het orgel. Deze voorkant is verdwenen en de rest van het oude gebouw werd opgesplitst in ruimten, zoals nu nog te zien is. Op 24 augustus 1966 vond de opening van het nieuwe kerkgebouw plaats. Aanvankelijk behield het nieuwe kerkgebouw de naam Nieuwe Leusderkerk. In 1972 vond de kerkenraad de naam ‘Nieuwe Leusderkerk’ toch wel verwarrend en vroeg de gemeente met nieuwe namen te komen. Uiteindelijk waren er vijf namen waaruit gekozen kon worden: Fonteinkerk, Kompaskerk, Kruispunt, Lisidunakerk en Nimmerdorkerk. In de tweede stemming kreeg de Fonteinkerk 18 en de Nimmerdorkerk 11 stemmen en was er één blancostem. In de kerkenraadsvergadering werd besloten dat de kerk vanaf 1 januari 1973 als Fonteinkerk verder zou gaan en dat er in de tuin een fontein geplaatst zou worden. Deze is er echter nooit gekomen. De bedenker van de naam, de heer Dijkgraaf, kreeg een attentie.
In 2012 werden de ruimten van de voormalige Leusderkerk ingrijpend vernieuwd onder leiding van Ulrike van Schagen, architect. Op 27 oktober 2012 werd het “Huis van Zuid”, feestelijk geopend. In deze ontmoetingsruimte met kerkelijke uitstraling zijn de contouren van de voormalige kerk nog steeds zichtbaar.